Negentiende eeuwse economen vonden dat arbeid de bron is van alle rijkdom. Een van de bekendste is Karl Marx. Die schreef al op een van de eerste bladzijden van zijn lijvige studie naar het kapitalisme dat economische waren 'voortbrengselen van arbeid' zijn en dat geldt ook voor kapitaalgoederen. Het kapitaal is zo beschouwd gestolde of dode arbeid die zijn eigen waarde (product van arbeid) overbrengt op consumptiegoederen. De boodschap is duidelijk. Om te produceren heb je arbeid (hand- en hoofdarbeid en ondernemersarbeid) en kapitaal (product van vroegere arbeid) nodig om grondstoffen te bewerken. Alle rijkdom is terug te voeren op grond en arbeid. Veel moderne sociaal-wetenschappers en economen denken hier anders over. Of ze gelijk hebben?