De rage van het stadstuinieren (urban gardening, guerrilla gardening, urban farming) is intussen ook in Brussel aangekomen, met als voorlopige parel aan de kroon een collectieve moestuin op het dak van de Koninklijke bibliotheek. Maar ook aan de Ninoofse Poort, Park Canal, en in La Parfumerie wordt geëxperimenteerd met stadstuinen. Hoewel vele van die pogingen kleinschalig, tijdelijk en enigszins aandoenlijk zijn, is de symbolische waarde groot: het is een activiteit van zelfvoorziening in voedsel die de ‘commoners’ door de ‘enclosures of the commons’ (van de 16de eeuw tot heden, van Morus tot Marx) ontnomen is. In deze tijden van ecologisch besef, voedselschaarste, economische crisis, urbanisering van de mensheid, de noodzaak tot ‘vegetarisering’ van ons dieet, zijn dit potentieel belangrijke initiatieven. En samen tuinieren en koken is natuurlijk op zich een basis activiteit van elke gemeenschapsvorming, van elke daad van ‘vergemeenschappelijking’.